Handboek farmaceutisch praktijkonderzoek

Beoordeling onderzoeksprotocol

De IRB-leden beoordelen het onderzoeksprotocol; indien specifieke deskundigheid noodzakelijk is vragen zij intern of extern advies. Eventueel adviseert de IRB de onderzoekers om het voorstel eerst voor te leggen aan een Medisch-Ethische Toetsingscommissie (METC) om een non-WMO-verklaring aan te vragen.

Onderzoeksvoorstellen worden door de IRB beoordeeld op de volgende criteria*):

  • Belang voor de beroepsuitoefening van de apotheker (bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van FPZ) en het innovatieve karakter van het onderzoek
  • Belasting voor apothekers en andere deelnemers (zoals artsen en patiënten)
  • Haalbaarheid
  • Belang van het onderzoek afgewogen tegen mogelijk gelijktijdig lopende onderzoeksvoorstellen
  • Overlap met ander onderzoek

*) Zie ook het format voor de aanvraag van een IRB-beoordeling: Checklist IRB-indiening.

De beoordeling door de IRB leidt tot een besluit dat met motivatie wordt gecommuniceerd met de indiener van het onderzoeksvoorstel. Hierbij bestaan de volgende mogelijkheden:

  • Goedkeuring van het voorstel in gepresenteerde opzet
  • Wijzigingen noodzakelijk (gespecificeerd advies IRB)
  • Afwijzing

Wanneer de indiener van een onderzoeksvoorstel het niet eens is met de uitkomst van de beoordeling door de IRB, kan deze gemotiveerd bezwaar maken. UPPER zal het eventueel aangepaste voorstel nogmaals door andere interne of externe onderzoekers laten beoordelen. De hierboven beschreven procedure start dan opnieuw.

Voor onderzoekers verbonden aan de Universiteit Utrecht worden geen kosten in rekening gebracht voor een IRB-beoordeling. Voor onderzoekers die niet verbonden zijn aan de Universiteit Utrecht en wier onderzoek niet door de Universiteit Utrecht wordt gefinancierd, brengt de IRB eenmalig een onkostenvergoeding van € 1000,- exclusief BTW in rekening voor de beoordeling.