Handboek farmaceutisch praktijkonderzoek

Gegevens uit het apotheekinformatiesysteem

Het apotheekinformatiesysteem (AIS) biedt informatie over de patiënten in de apotheek en de geneesmiddelen die zij hebben afgehaald. De meestvoorkomende systemen zijn Mira en Pharmacom.

Voor het selecteren van mensen uit het AIS ben je in de apotheek aanwezig, moet je een computer kunnen gebruiken waar het AIS op staat en moet je ruim de tijd nemen.

Afhankelijk van je onderzoek ben je geïnteresseerd in informatie over, of de mening/ervaringen van een bepaalde subgroep patiënten. Uit het AIS kan bijvoorbeeld een selectie worden gemaakt van patiënten die in periode x geneesmiddel y hebben opgehaald en tot leeftijdsgroep z behoren.

Vervolgens kunnen van deze selectie patiënten gegevens geëxtraheerd worden:

  • Een deel van de medicatiehistorie (met bijvoorbeeld velden als ATC-code, dosering, hoeveelheid, afleverdatum, type voorschrijver)
  • Zo nodig naam, adres en woonplaats (NAW) gegevens, om patiënten vanuit de apotheek te kunnen uitnodigen voor een onderzoek (zie ook privacygevoelige informatie)

Op de pagina privacygevoelige informatie lees je meer over hoe je met deze gegevens om moet gaan.

NAW gegevens

Deze gegevens mogen de apotheek niet verlaten. Je gebruikt ze alleen om patiënten uit te nodigen voor je onderzoek. Het uitnodigen gebeurt dus in de apotheek zelf. Wanneer je de apotheekmedewerkers ondersteunt bij het uitnodigen, onderteken je een geheimhoudingsverklaring.

Medicatiehistories

Medicatiehistories kun je gebruiken in je data-analyse, bijvoorbeeld om therapietrouw te berekenen (Medication-Possession-Ratio), duur van het gebruik of co-medicatie te bekijken. De medicatiehistories kunnen wel uit de apotheek worden meegenomen, maar moeten beveiligd zijn, bijvoorbeeld door encryptie. Je moet deze gegevens ook veilig opslaan, op een plek waar een beperkt aantal gemachtigde mensen toegang toe hebben. De medicatiehistories bevatten registratienummers (patiënt- of mensnummers) die in de apotheek (niet buiten de apotheek) te herleiden zijn naar een persoon. Bij het gebruiken van medicatiehistories in de data-analyse wordt een bestand gemaakt waarin deze registratienummers zijn vervangen door een willekeurig onderzoeksnummer. Het sleutelbestand met daarin de apotheekregistratienummers en de toegekende onderzoeksnummers wordt separaat en beveiligd bewaard.