Handboek farmaceutisch praktijkonderzoek

Observaties

In communicatie-onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van observaties. Observeren is het beschrijven van bepaalde handelingen en gedragingen van personen die men waarneemt in zijn omgeving, bijvoorbeeld de communicatie in de apotheek (baliegesprekken of communicatie tijdens FTO’s). Bij observeren is het belangrijk om de observaties zo objectief mogelijk uit te voeren en het onderzoeksdoel goed voor ogen te houden. Het gaat erom situaties en gebeurtenissen zo volledig mogelijk en voorzien van zo weinig mogelijk interpretaties te beschrijven, dit geldt ook voor bijvoorbeeld videomateriaal.

Er zijn verschillende soorten observaties: niet participerende en actief participerende observaties (waarbij de onderzoeker zelf deelneemt aan de te observeren situatie). Bij alle soorten observaties wordt vooraf bepaald wat er vastgelegd zal worden/waar de onderzoeker op zal letten: gebeurtenissen, verbale/non-verbale gedragingen en uitspraken.

Observatie-onderzoek kan ook kwantitatief onderzoek zijn, bijvoorbeeld wanneer alleen geteld of gescoord wordt.

  • Maak op basis van de vraagstelling van je onderzoek een scoringslijst/observatielijst, zodat je alle benodigde informatie verzameld. Test deze observatielijst vantevoren uit en pas hem zo nodig aan.
  • Verzamel de gegevens volgens een vaste systematiek (voer iedere observatie op dezelfde wijze uit).
  • Ga pas achteraf interpreteren, verbind tijdens het observeren geen conclusies aan je resultaten, dit voorkomt dat observaties eigen (voor)oordelen bevestigen.
  • Het is belangrijk om een geschikte plek te kiezen voor het uitvoeren van de observaties (of je nu observeert via een videocamera of rechtstreeks): gaat het alleen om zichtbare handelingen/gedragingen (dan is een plek met onbelemmerd uitzicht voldoende) of is ook het geluid (verbale communicatie) belangrijk (dan is een plek op hoor-afstand belangrijk).
  • Meestal is het wenselijk zo te zitten dat de geobserveerde er zo min mogelijk van merkt, verstoor de natuurlijke communicatie zo min mogelijk.

Beschrijvende observaties

De onderzoeker beschrijft alles wat hij/zij ziet (belangrijk en/of opvallend vindt). Een voordeel bij deze methode is dat er zo een compleet beeld verkregen wordt van wat er gebeurt, ook interacties en details worden beschreven. Een nadeel is dat de methode subjectief is en dat metingen slechts gedurende een relatief korte periode verricht kunnen worden.

Observatieschema (kwantitatief)

In een turfsysteem/schema worden vooraf vastgestelde onderwerpen aangekruist. Een voordeel is dat resultaten op deze manier onderling goed vergelijkbaar zijn. Een nadeel is dat de onderzoeker zich tijdens het observeren aan de vooraf opgestelde observatiepunten moet houden (en dus minder vrijheid heeft dan bij beschrijvende observaties).

Codeersysteem (kwantitatief)

Een codeersysteem is een schematische weergave/tekening waarin weergegeven kan worden wat er tussen wie en wanneer gebeurt (door middel van bijvoorbeeld pijltjes). Een nadeel bij deze methode is dat je alle codes goed moet beheersen voordat je ermee aan de slag kunt.

Beoordelingsschaal (kwantitatief)

Een beoordelingsschaal bevat vooraf opgenomen punten met een waardeoordeel (in cijfers). Een voordeel is dat het inzichtelijk wordt hoe een bepaalde factor aanwezig is (in welke mate). Een nadeel is dat deze methode subjectief is (het toekennen van een bepaald cijfer/waardeoordeel).

 

Literatuur

Den Boer DJ, Bouwman J, Frissen V, Houben M. Methodologie en statistiek voor communicatie-onderzoek. Kluwer, Hoofddorp, 2005. ISBN: 9013029485